![]() |
|||||||
Navigatie de voorplecht Dankbaar ![]() Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005 |
Zondag, 27 September 2015
http://stingelande.nl/kv/alfredo-pomodori/
Pieter trok de chipszakken vol passie uit hun doos. Hij was een doorgewinterde vakkenvuller die er genoegen in schepte om binnen anderhalf uur het hele chipspad te vullen en te spiegelen. Hij vulde sneller dan ieder ander en hij haalde eer uit zijn keurig naar voren getrokken chipszakken, waarbij hij de voorste zak steeds bovenin een kneepje gaf zodat ze extra opbolden. Het resultaat was een kreukloos pad met twee kaarsrechte wanden van glanzend folie in alle kleuren van de regenboog. Daar kon hij altijd vol voldoening naar kijken, leunend op zijn rolcontainer met uiteen geklapte kartonnen chipsdozen. Op dergelijke momenten van perfectie trok een passerende klant soms een chipszak uit zijn schappen. Het gapende gat dat zo ontstond in zijn zonet nog perfecte chipswand voelde altijd als een steek in zijn hart. Dit was wat er ook vandaag weer gebeurde: een oude en bijzonder kromme vrouw met een toef uiteenspringend haar trok meedogenloos een zak paprikaribbelchips uit de stellage. Ze moest zijn gezicht daarbij van pijn hebben zien vertrekken.
‘Mijn jongen toch’, zei de vrouw namelijk met een bezorgd gezicht. ‘Lekker lachen, dat is gezond voor jou. Soms dient een mens flink uit de band springen.’ Ze knikte hem bemoedigend aan en schuifelde weer verder.
Twee uur later was Pieter klaar met zijn werk. Het was zaterdagmiddag. De zaterdagavond en de gehele zondag was hij nu vrij. Hij leefde echter voor zijn chipszakken, en hij sliep zich het liefst door zijn vrije dagen heen. Een somber gevoel overviel hem terwijl hij de voordeur van zijn appartement op vier hoog opende. Het was een klein appartement met witte muren en donkerblauw kantoortapijt. Een enorme televisie, een luxueus matras en een magnetron met ovenfunctie behoorden tot zijn voornaamste bezittingen. Verder had hij een goudvis genaamd Olga en ook was hij de eigenaar van vele kale wanden. Hij vond dat goudvis Olga eigenlijk in een te kleine kom zat, en hij moest binnenkort eens een grotere kom kopen. Over de vele kale wanden had hij niets te klagen.
Pieter keek door zijn woonkamerraam met uitzicht op een voetbalveld. Hij zag dat beneden op het veld een hond probeerde te poepen. Zijn baasje trok ongeduldig aan de lijn.
‘Lekker lachen, dat is gezond’, zo herhaalde Pieter de oude vrouw met de paprikaribbelchips, en hij liep naar zijn badkamer waar hij zichzelf in de spiegel bekeek. Hij trok de hoeken van zijn kleine mond omhoog. Dat was maar weinig overtuigend, vond hij. Hierna trok hij zijn mond open zodat zijn witte tanden te zien waren. Net een boze aap, constateerde hij.
Misschien moest hij er geluid bij maken?
‘Ha-ha-ha’, zei hij. Hij voelde niets.
‘Hahaha’, zei hij nogmaals terwijl hij er iets meer overtuiging in probeerde te leggen. Ettelijke malen herhaalde hij de lachgeluiden. Op een gegeven moment kwam er uit zijn keel iets dat leek op een lach. Hij zette door. En na enkele seconden ging het lachgeluid zowaar over in een authentieke lach.
‘Hilarisch’, zei Pieter tegen zichzelf in de spiegel. Hierna besloot hij de hoge hoed van zijn overgrootvader op te zetten. Ook vond hij nog een bril zonder glazen in zijn kast die hij zonder nadenken op zijn neus zette. De rest van zijn kleding irriteerde hem mateloos, dus die trok hij maar uit.
‘Hilarisch’, zei Pieter nogmaals, ditmaal naakt voor zijn kledingkast. Een paar wollen handschoenen leek hem ook geschikt voor dit tenue. En om de hoed-bril-handschoenset compleet te maken trok hij ook nog een paar groen-wit-gestreepte voetbalsokken aan die hij tot over zijn knieën op trok.
Wederom ging hij voor de spiegel staan en hij herhaalde zijn lachoefeningen. Veel makkelijker ging dat nu! De tranen sprongen hem er van in de ogen en een gierende lachbui overmeesterde de volleerde vakkenvuller. Het lukte hem na een tijdje zelfs niet meer zijn schlemielige voorkomen te bekijken in de spiegel, zo’n pijn deden zijn buikspieren!
Hierna besloot hij dat het tijd was voor zijn avondmaaltijd. Met een vork prikte hij door het folie van zijn kant-en-klare stamppotboerenkool. Geen vier keer zoals hij dat normaal gesproken zou hebben gedaan, maar wel zeven keer. De in zijn magnetron opgewarmde boerenkool at hij liggend op zijn riante matras starend naar zijn grote televisie. Uitgeput maar voldaan viel hij in slaap.
De volgende ochtend katapulteerde hij zichzelf uit zijn bed. ‘Het was zeven uur en dus tijd voor zijn kop koffie!’ zo riep Alfrééédo Pomodóóóri (dat vond hij een veel betere naam dan Pieter). Maar met het koffiefilter al in zijn hand besloot Alfredo Pomodori dat het vandaag toch geen tijd was voor koffie. Nee, hij wilde een Snorretje en een gepocheerd ei met vruchtenhagel!
In zijn frivole adamskostuum stapte hij de galerij van zijn flat op. Hij belde aan bij zijn buurman Fred, een fulltime alcoholist. Deze opende met een schele blik in zijn ogen en wreef zich door zijn vette haren die in pieken van zijn hoofd af stonden.
‘Heeft u nog bier?’ vroeg Alfredo Pomodori.
‘Hoeveel?’ vroeg Fred zonder acht te slaan op Alfredo Pomodori’s kostuum.
‘Eén flesje graag’, zei Alfredo Pomodori. ‘Of nee, doet u er maar drie.’
‘Wacht even’, zei Fred en hij stommelde weg om terug te komen met een krat waarvan de meerderheid van de bierflesjes al geopend was. ‘Graag vol weer terug’, zei Fred. Alfredo Pomodori stemde hiermee in en om half acht stond hij aan zijn keukenblok te ontbijten. Grinnikend sneed hij zijn zondagse eitje met vruchtenhagel in stukken. Daarna pakte hij een glas dat hij voor de helft vol schonk met bier en voor de tweede helft met cola.
‘Op het goede leven!’ zei Alfredo Pomodori en hij hief het Snorretje de lucht in waarbij hij breed moest grijnzen. Na zijn eerste Snorretje nam hij nog een tweede. Tijdens het inschenken van nummer drie belde Fred aan met de vraag of Alfredo Pomodori nog bier had. Snorretje drie en vier dronken ze samen.
‘Jij hebt dus ook een goudvis’, merkte Fred ondertussen op terwijl hij naar Olga wees.
‘Jij ook?’ vroeg Alfredo Pomodori.
‘Ja, in zo’n zelfde kom. Berend noem ik hem.’
‘Die van mij heet Olga. Ik wil eigenlijk een grotere kom kopen voor haar.’
‘Het is koopzondag’, opperde Fred.
Fred en Alfredo Pomodori besloten dat de tijd gekomen was om aquaria voor hun goudvissen aan te schaffen. Fred vond echter wel dat Alfredo Pomodori eerst een broek en een trui aan moest trekken. Het was immers al herfst, en daarnaast werd naaktheid niet getolereerd in het winkelcentrum.
In de dierenwinkel staarden de twee mannen, de ene in een roze legging en de andere in een bevlekte spijkerbroek, naar de voorbij zwemmende blaasooggoudvissen, siamese baardalgeters en neontetra’s.
‘Ik wil ook zo’n leeuwenkop!’ zei Alfredo Pomodori met zijn neus tegen het aquariumglas.
‘O, en zie die goerami!’ fluisterde Fred bijzonder hard.
‘Ik wil een groot aquarium met heel veel soorten’, besloot Alfredo Pomodori en hij trok Fred mee naar de aquariumafdeling van de dierenwinkel. Daar zakte de moed hem echter in de schoenen en ook Freds gezicht betrok bij het zien van de prijzen.
‘Dat zijn veel tientjes’, zei Alfredo Pomodori.
‘Al die kratten bier’, klaagde Fred.
Echter Alfredo Pomodori was Alfredo Pomodori niet geweest als hij niet met een oplossing gekomen was.
‘Dan kopen we er toch samen een?’ opperde hij spontaan. ‘Dan is het wel te betalen.’
Freds gezicht klaarde op bij het horen van dit idee. Voor een stapel tientjes kochten ze dan ook een flink aquarium, plus een filter, lichtbak, verwarmingselement en algenkrabber. Daarnaast enkele zakken met aquariumgrind, een bouquet aan waterplanten en natuurlijk transparante zakken vol guppy’s, kardinaaltetra’s, corydora’s en twee gastromyzonen.
‘Succes’, zei de dierenwinkelbediende toen hij alle spullen had afgeleverd bij de lift van hun flat.
‘Bedankt’, zeiden Fred en Alfredo Pomodori, waarna ze zich al zwaaiend bedachten dat ze twee appartementen hadden en maar één aquarium.
‘Ik heb nog veel lege wanden’, zei Alfredo Pomodori.
‘Maar ik heb veel kratten bier waar het aquarium mooi op kan staan’, zei Fred.
Een opgeworpen munt bepaalde ten slotte dat het aquarium bij Alfredo Pomodori mocht staan, maar dan mocht Fred wel minimaal tweemaal per week langs komen om te genieten van zijn vissen. Daarop schudden ze elkaar de hand en begonnen ze in Alfredo Pomodori’s woonkamer met het inrichten van het aquarium.
Alfredo Pomodori besteedde veel aandacht aan het vullen van de bodem met kiezelstenen. Met een spatel harkte hij over de steentjes, zodat de hele bodem overal met een even dikke laag bedekt zou zijn. Fred vond dit idioot gedrag en kieperde zijn zakken er roekeloos overheen. ‘Organisch’, noemde Fred het eindresultaat. Alfredo Pomodori wilde daarna alle planten heel netjes in rijtjes neerzetten, echter Fred dacht dat de vissen zich beter thuis zouden voelen in ‘een onderwateroerwoud’. Alfredo Pomodori zag met knarsende tanden toe hoe zijn buurman de planten kris-kras door elkaar in het grind plantte. Maar Alfredo Pomodori was Alfredo Pomodori niet geweest, zo bedacht hij zich, als hij zich hier niet overheen kon zetten.
Dus hij liet Fred zijn gang gaan, waarbij hij ondertussen emmers water begon te vullen en voorzichtig in het aquarium goot. Het aquarium was groot, dus dit kostte heel wat op en neer lopen tussen zijn keukenblok en het aquarium. Fred opende na het planten een biertje uit een vol krat dat Alfredo Pomodori op de terugweg van de dierenwinkel voor hem had moeten kopen.
Tegen de vallen van de avond had Alfredo Pomodori het aquarium gevuld en zwommen de vissen rond in het verse kraanwater. Hij bekeek zijn aquarium en hij merkte dat de chaos in zijn aquarium hem niet irriteerde. Wonderbaarlijk, dacht hij. Maar zolang Olga en Berend het naar hun zin hadden, vond Alfredo Pomodori alles best.
Fred had ondertussen pizza besteld. Gezeten op het matras verbrandden ze beiden hun gehemelte aan te hete kaas. Ze zwegen en lieten zich betoveren door hun onderwateroerwoud. Na de pizza blusten ze hun gehemelte met koude Snorretjes.
Rond middernacht bedacht Alfredo Pomodori dat hij morgenochtend weer aan het werk moest. Hij drukte Fred het lege en het bijna lege krat in handen en werkte hem de deur uit – overmorgen zouden ze wederom afspreken bij hun aquarium.
Tijdens het tandenpoetsen besloot Alfredo Pomodori dat hij nu weer Pieter moest heten. Hij deed de lichtbak van het aquarium uit, zette zijn hoed en bril af, trok zijn voetbalsokken en roze legging uit en ging liggen op zijn matras. Zijn hoofd zoemde en terwijl hij in het donkere aquarium soms de schittering van een wegschietend visje dacht te ontwaren, merkte hij dat hij geen zin had in morgen, in het vullen van de schappen, in het spiegelen van de chipszakken. ‘Is dit nu wat men met frisse tegenzin bedoelde?’ vroeg hij zichzelf af, waarna hij bezweek onder het gewicht van zijn oogleden.
De maandagochtend was als elke maandagochtend en Pieter had zijn befaamde werkdrift weer hervonden. Hij trok zijn werkoverhemd aan en hij rolde vol goede moed de rolcontainers met volle chipsdozen naar het chipsgangpad.
De vakken waren leger dan ooit en Pieter vulde de vakken dan ook alsof zijn leven er vanaf hing. Hij spiegelde dat het zweet van zijn voorhoofd liep en voltooide zijn vakkenvulkunsten in recordtijd. Maar leunend op zijn rolcontainer bleef de voldoening uit die hem normaal juist zo overviel als hij zijn chipspad vulde. Zijn hart zwol niet van trots toen hij keek naar zijn chipsmuren die fonkelden in het licht van de tl-buizen. Er miste iets.
Terwijl hij zich hierover verbaasde, kwam een kleine kromme vrouw met woeste haren het gangpad binnen geschoven. Ze vroeg hem met een vriendelijke glimlach waar de paprikaribbelchips stond en hij wees haar gedwee de sectie met geribbelde paprikachips aan. Nauwlettend bekeek ze hem terwijl ze een zak uit het schap trok en in haar mandje legde. Het ontstane gat in zijn chipsmuur liet hem koud, het hartzeer bleef uit en hij wist het zelfs op te brengen terug te glimlachen naar de oude vrouw die zijn chipspad verpestte. Ze zag dit en knipoogde naar hem, waarna ze langzaam het pad weer uit schuifelde. ‘Wijs maar dement’, zei Alfredo Pomodori toen tegen zichzelf, waarna hij een grinnikend giecheltje niet kon onderdrukken.
door Lennard Tales of ordinary madness. Heel fraai, Lennard.
Ik zou het niet beter kunnen zeggen.
To hell with that bitch! Ben helemaal retro de laatste tijd mannen. Mijn god, ik wordt oud, met mijn 39 jaren.. love me a beer buzz in the morning and ccr ain’t bad neither. kinda goes together Met dank aan bob seger (hall of fame dude) http://www.youtube.com/watch?v=dOibtqWo6..
Why do not we try this ? 20 december 2016 sluiten de deuren van bibliotheekvestiging De Kleihut. Helaas verdwijnt hiemee een educative en sociale voorziening voor alle bevolkingsgroepen in onze kleine kern. Er worden op deze vestiging 11 boeken per dag uitgeleend wat neer komt op meer dan €50,- per boek aan kosten, aldus wethouder Kiers. Eerlijk gezegd kunnen we daar geen duur pand voor open houden en is de oplossing voor een bibliotheek op Wikipedia een realistisch alternatief. Nog geen diner en nu al dronken Goedemorgen. . Allemaal weer nuchter? Ik heb ook een kleine kater moet ik zeggen..
More booz 2 come 24hr aheadd at 00:00 direction. Here comes old flat top, di 27 okt 2015, 11:21 -Pruimdoos opgepakt tijdens verkiezingen in Bicatterkraïne Waargebeurd.. (link)
soms is de werkelijkheid vreemder dan de fantasie
Fangstasie
lijkt me een samenstel van fucking, angst en fantasie
http://www.youtube.com/watch?v=NfRtkCGE4..
http://www.youtube.com/watch?v=DKL4X0PZz..
het slijk der aarde |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
"Geachte heer,
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005) Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee." Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
"Ach ja, leuk, schrijvers. |